
Speciaal voor het werken aan gasleidingen is door Netbeheer Nederland een Veiligheidsinstructie aardgas voor de energiebedrijven (VIAG) op gesteld. In deze instructie wordt diverse apparatuur genoemd voor het detecteren en alarmeren van aardgas (%LEL).
Bij het uitvoeren van gastechnische werkzaamheden aan het gasvoorzieningsysteem waarbij gasuitstroom kan plaats vinden, moet altijd een gassignaleringsmeter op de werkplek aanwezig zijn. Een gassignaleringsmeter (explosiemeter) detecteert continu de explosie limiet (%LEL) en alarmeert de gebruiker bij 10% LEL. Er is dan sprake van de gevarenzone. De werkzaamheden moeten onmiddelijk gestaakt of onderbroken worden.
Als het daarbij gaat om een besloten ruimte dient ook een zuurstofmeter gebruikt te worden. Een zuurstofmeter detecteert continu de zuurstof concentratie en alarmeert de gebruiker bij een te lage of te hoge concentratie. Een normale zuurstofconcentratie is 20,9% VOL.
In verschillende veiligheidswerkinstructies moeten gaslekken gelokaliseerd worden. Hiervoor wordt een gasdetectiemetervoorgeschreven. Een gasdetectiemeter (gaslekzoeker) meet in een zeer laag meetbereik (ppm) en geeft een zichtbaar en hoorbaar signaal als een gasluchtmengsel wordt gedetecteerd.
Met name bij het ontluchten van leidingen wordt in veel gevallen een gasconcentratiemeter voorgeschreven. Een gasconcentratiemeter meet hoge concentraties tot 100% aardgas. Hiermee kan worden aangetoond dat de leiding vrij van lucht is. Een gasconcentratiemeter moet ATEX gecertificeerd zijn.
Persoonlijke beschermingsmiddelen worden door de werkgever verstrekt. De uitvoerende werknemer is zelf verantwoordelijk voor het (juiste) gebruik.
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Meetbereik 0-100% LEL.
Gasdetectiemeter. Meetbereik 0-100% LEL.
Gasconcentratiemeter. Meetbereik 0-100% VOL aardgas.
Zuurstofmeter bij werken in besloten ruimte. Meetbereik 0-25% VOL zuurstof.